De Coppa Italia is de bokaal die in Italië in verschillende takken van sport wordt uitgereikt aan de winnaars van de nationale bekertoernooien, en ook de benaming voor deze toernooien zelf. De Coppa Italia in het voetbal werd in 1922 voor het eerst georganiseerd door de Italiaanse voetbalbond, de Federazione Italiana Giuoco Calcio (FIGC).

Coppa Italia, ook bekend als TIM Cup om sponsorredenen, is een knock-outvoetbalcompetitie in Italië. Het toernooi, georganiseerd door de Italiaanse voetbalbond (FIGC), staat open voor alle 20 Serie A-clubs, alle 20 Serie B-clubs en de beste vier Serie C-clubs.

De Coppa Italia wordt betwist volgens een knock-outformaat, waarbij de teams in twee benen tegen elkaar spelen. De winnaar van elke wedstrijd gaat door naar de volgende ronde, totdat er twee teams overblijven voor de finale. De finale wordt over één wedstrijd gespeeld in een vooraf bepaalde locatie, meestal het Stadio Olimpico in Rome.

De Coppa Italia werd voor het eerst gehouden in 1922 als de "Campionato Nazionale di Prima Categoria". Het toernooi heeft verschillende naamswijzigingen ondergaan, waaronder de "Coppa Italia Federale" en de "Coppa Nazionale Serie A". De huidige naam, Coppa Italia, werd in 1988 aangenomen.

Juventus is het meest succesvolle team in de Coppa Italia, met 14 titels. Andere clubs met meerdere titels zijn AS Roma (9), Inter Milan (8) en AC Milan (5). De houder van de beker is Inter Milan, dat in 2022 Juventus versloeg in de finale.

De Coppa Italia is een belangrijk onderdeel van het Italiaanse voetbalseizoen en biedt de clubs de kans om een prestigieuze trofee te winnen en zich te kwalificeren voor Europese competities.